Hoofdstuk 3
Projecten & Programma's

Parkinson op Maat

INTERVIEW

met Tessa van de Zande

 

Parkinson is een chronische progressieve ziekte waarbij zenuwcellen in een specifieke hersenkern - de substantia nigra - langzaam afsterven. Dit leidt tot problemen met bewegen, zoals stijve spieren of trillende handen. Ook moeite met slapen of problemen met denken kunnen optreden. Ondanks dat Parkinson nog niet te genezen is, zijn er wel medicijnen om de klachten te verlichten, veelal tijdelijk. In dit interview met Tessa van de Zande, projectmanager van het Parkinson op Maat project, vertelt zij hoe dit project meer kennis heeft opgeleverd over de ziekte van Parkinson en hoe die kennis hopelijk leidt tot betere zorg op maat.

 

 

 

 

Publiek-Private Samenwerking om Parkinson op Maat te bereiken

Dit project is gestart door het Radboud UMC, in samenwerking met de Radboud Universiteit, ParkinsonNet en Verily Life Sciences. Daarnaast zijn het Medisch Centrum Groningen en het Maastricht UMC+ officiële samenwerkingspartners in dit project. Ook de Parkinson Vereniging is nauw betrokken. Gezamenlijk willen zij voor mensen met Parkinson een behandeling op maat te ontwikkelen, zodat hun kwaliteit van leven verbetert. Dit sluit aan bij VWS-missie III die luidt: “In 2030 is van de mensen met een

chronische ziekte of levenslange beperking het deel dat naar wens en vermogen kan meedoen aan de samenleving met 25% toegenomen.” Om dit te bereiken is er door Verily Life Sciences een smartwatch ontwikkeld. De technologie hierachter zorgt ervoor dat metingen thuis kunnen plaatsvinden in plaats van in een zorginstelling. Samen met het doel om de zorg in de leefomgeving te situeren, sluit dit aan bij VWS-missie II: “In 2030 wordt zorg 50% meer of vaker in de eigen leefomgeving, in plaats van een zorginstelling, georganiseerd.” Daarnaast willen de deelnemers aan dit onderzoek ook kijken hoe ze de zorgkosten verder kunnen verminderen.

Meedoen

in de samenleving en zorg thuis

Brede dataverzameling

In het Parkinson op Maat project zijn 520 mensen met Parkinson gevraagd om twee jaar lang mee te doen aan dit project en in deze periode drie keer voor anderhalve dag langs te komen in Nijmegen, het Radboud UMC. Hierbij werd er van ze gevraagd om met testen mee te doen zonder dat ze op de testdag voorafgaand aan de testen medicijnen hadden gebruikt. Vervolgens mochten ze hun medicijnen in normale dosis innemen en werden dezelfde testen herhaald. Zo werd er gekeken naar wat het effect is van die medicatie.

“Er werd onder andere een hartfilmpje gemaakt gedurende de hele dag en ontlasting, hersenvocht en bloed werden afgenomen”, legt Van de Zande uit. “Naast deze testen werd er ook een MRI scan gemaakt en werden er ook vragenlijsten afgenomen, zowel in het ziekenhuis als thuis.” Verder is er een smartwatch ontwikkeld om thuis metingen te doen, zoals van hun hartslag, slaappatroon en bloeddruk. Normaal in het ziekenhuis werden actieve metingen gedaan en moest een neuroloog bepalen wat de voortgang was van de ziekte. Om dit proces objectiever te maken zijn er testen bedacht met de smartwatch die ook thuis uitgevoerd kunnen worden. 

Hoge deelnemerparticipatie

Van de Zande benadrukt het unieke van dit project: de hoge deelnemerparticipatie en de lage uitval van deelnemers. Om de deelnemers te bedanken wordt er veel georganiseerd, zoals patiënten- mantelzorgers- en expertbijeenkomsten en de Parkinson vraagbraak. “Bij de Parkinson vraagbraak mogen deelnemers hun brandende vragen stellen die dan op onderwerp gebundeld worden”, vertelt Van de Zande. “Dan gaan we met die vragen naar de topexperts, die, door middel van korte video’s, antwoorden geven op deze vragenbundels. Deze video’s worden dan weer verspreidt onder de deelnemers en andere mensen met Parkinson en hun zorgverleners via de website.”

Rol van Publiek-Private Samenwerking

"Zonder de PPS-toeslag was dit project niet van de grond gekomen", benadrukt Van de Zande. Eerst waren er wel gesprekken met onder andere een dochterbedrijf van Google om te investeren, maar er waren meer sponsoren nodig voor dit project. “De samenwerking met Verily Life Sciences is een co-ownership”, legt Van de Zande uit. “Wij zijn als gelijkwaardige partners opgetrokken in dit project. Verily Life Sciences heeft net zo goed meegedacht aan hoe we de data gingen verzamelen, hoe vaak we gingen verzamelen en welke uitkomsten we willen onderzoeken.” Een tip die Van de Zande wil meegeven aan partijen die in de toekomst een publiek-privaat samenwerkingsverband aan willen gaan om een project te starten is dat die collegae er goed voor moet zorgen dat ze samen aan het roer staan.

Niet alleen de kennisinstelling of de private partij moet het project sturen en dragen. Van de Zande: “Tussen Verily Life Sciences en ons was er een goede vertrouwensband ontstaan. Wij hebben iedere week met hen een meeting om de voortgang van het project te bespreken. Als je elkaar veel spreekt, en dan ook open en eerlijk de knelpunten en de twijfels bespreekt, dan komt dat ten goede aan je relatie en kan dat leiden tot meer samenwerkingsprojecten.” Zo zijn er dan ook meerdere samenwerkingsprojecten ontstaan tussen het Radboud UMC en Verily Life Sciences. “De vervolgstappen die we nu gaan nemen met deze resultaten is de data-analyse. De fincaniëring die we nu hadden was voornamelijk bedoeld voor de dataverzameling. Nu gaan we kijken wat we met deze gegevens kunnen doen en welke vervolgprojecten we kunnen starten", sluit Van de Zande dit interview af.

PPS-toeslag essentieel

Zorginnovatie.nl Heeft Binnenkort een Nieuwe Website! 

Zorginnovatie.nl gaat binnenkort een nieuwe website lanceren! Het platform, dat is gericht op het verbinden en versnellen van innovaties in zorg en welzijn, wordt hiervoor volledig onder de loep genomen en geoptimaliseerd. Zo wordt het proces van het aanmelden van een nieuwe innovatie een stuk overzichtelijker gemaakt en wordt het voortaan makkelijker om innovaties in deze nationale database op te zoeken. Ook de online community, waar men kennis en ervaringen over innovatie(s) kan uitwisselen, krijgt een upgrade. Een geheel nieuw design geeft de website een frisse uitstraling.

Bekijk de nieuwe website binnenkort op www.zorginnovatie.nl

Ongewenste Blootstelling aan Antibiotica Verminderen

Het GLORIA project

AMR-Global is een Publiek-Private Partnerschap (PPP) dat experts uit de overheid, kennisinstellingen, het bedrijfsleven en beleidsmedewerkers samenbrengt om betaalbare oplossingen te ontwikkelen om antimicrobiële resistentie (AMR) wereldwijd te beteugelen. GLORIA is haar ambitieuze onderzoeksprogramma dat interventies ontwikkelt om ongewenste blootstelling aan antibiotica en daarmee AMR, te voorkomen. Antibioticaresistentie is een wereldwijd probleem dat grote gevolgen voor onze gezondheid heeft.

Doordat bacteriën steeds beter tegen de werking van antibiotica bestand zijn, wordt het steeds moeilijker om bacteriële infecties te beteugelen en genezen. Deze resistentie zorgt nu al voor een geschatte 700.000 doden per jaar wereldwijd en experts schatten in dat dit bij ongewijzigd beleid oploopt tot 10 miljoen of meer doden per jaar in 2050. Het doel van AMR-Global is om enerzijds de progressief toenemende resistentie te verminderen en voorkomen en anderzijds bij te dragen aan een wereld waarin iedereen toegang heeft tot effectieve antimicrobiële therapie en vaccinaties. AMR-Global richt zich op het opheffen van barrières om ontwikkeling, niet alleen in Nederland maar juist ook in lage- en middeninkomenslanden mogelijk te maken.

Verschillende projecten

Dit sluit aan bij de centrale VWS-missie die luidt: "In 2040 leven alle Nederlanders tenminste vijf jaar langer in goede gezondheid, en zijn de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaal-economische groepen met 30% afgenomen." Het GLORIA programma, mede gefinancierd door Topsector Life Sciences & Health, is opgezet vanuit AMR-Global. GLORIA heeft als doel om ongewenste blootstelling aan antibiotica tegen te gaan.

Dit programma wordt uitgevoerd binnen verschillende projecten waarbij onder andere onderzoek wordt gedaan naar de impact van vaccines op  de antibioticaconsumptie en het microbioom van baby’s, voor informatievoorziening aan beleidsmakers; de ontwikkeling van een goedkope en betrouwbare test om een virale en een bacteriële infectie van elkaar te onderscheiden; of een ontwikkeling van innovatieve, draagbare sequencing apparaten om monitoring van antimicrobiële resistentie mogelijk te maken in het veld.

Risico van Ziekteverspreiding door de Lucht Verminderen

Het CLAIRE project

Het CLAIRE project is een multidisciplinair project, bestaande uit verschillende partners, dat onderzoekt wat voor effect ventilatie- en luchtreinigingssystemen hebben op de verspreiding in de lucht van SARS-CoV-2, het virus dat de infectieziekte COVID-19 veroorzaakt. Naarmate andere preventieve maatregelen, zoals bijvoorbeeld mondkapjesgebruik, verminderd worden, kunnen ventilatie en/of luchtreinigingssystemen en -technologieën een steeds belangrijkere verdedigingslinie worden om infecties onder controle te houden. Daarom is het van belang om meer te weten over de impact van ingebouwde ventilatiesystemen en mobiele luchtreinigingssystemen op risicovermindering van verspreiding van SARS-CoV-2 en andere virussen via de lucht.

Ventilatie- en luchtreinigingssystemen

Het project erkent de verschillen tussen ventilatie- en luchtreinigingssystemen. Daarom is dit project georganiseerd in twee verschillende maar onderling verbonden werkstromen. Werkstroom één houdt zich bezig met experimenteel onderzoek om kennis van ventilatiesystemen te verfijnen. Werkstroom twee vindt grotendeels parallel plaats,  maar focust zich meer op de luchtreinigingssystemen. Hierbij is het doel om niet alleen beter inzicht te krijgen in luchtreinigingssystemen, maar ook beoordelings- en validatietechnieken te ontwikkelen met behulp van experimentele inzet van verschillende leveranciers.

Beide werkstromen incorporeren luchtbemonstering om onder verschillende omstandigheden luchtmonsters te verzamelen en te analyseren op de aanwezigheid van onder andere SARS-CoV-2. Zo kan er een beter beeld geschapen worden dan met de huidige techniek op het gebied van risicobeoordeling en risicomodellering bij verschillende interventies. Door verbeterde basiskennis van het effect van deze systemen zullen er meer opties komen om meer valide inschattingen en evaluaties van verschillende omstandigheden te doen, gebaseerd op ventilatie en luchtreiniging. 

Dit project is ook essentieel om de Nederlandse maatschappij voor te bereiden op toekomstige golven van SARS-CoV-2 varianten, maar ook op mogelijke toekomstige pandemieën. Door het verbeteren van ventilatie- en luchtreinigingssystemen in de leefomgeving kan het risico van ziekteverspreiding door de lucht verminderen, wat aansluit bij VWS-missie I: “In 2040 is de ziektelast als gevolg van een ongezonde leefstijl en ongezonde leefomgeving met 30% afgenomen.” Naast deze maatschappelijke impact kan deze krachtenbundeling van onderzoekers en bedrijven ook leiden tot een economische impact. 

Virusdeeltjes afvoeren
In samenwerking met TU Eindhoven, de Johan Cruijff Arena, PlasmaMade, SportInnovator, KU Leuven en de multinationals Ansys en Microsoft, onderzocht een voorloper van het CLAIRE project het effect van ventilatie en luchtreinigers op de verspreiding van SARS-CoV-2 in voetbalstadions. Tijdens de coronapandemie werden sportfaciliteiten gesloten, zo ook de voetbalstadions. Om dit in de toekomst te voorkomen heeft dit project een computersimulatie van het Johan Cruijff Arena gebruikt om een inschatting te maken wat voor ventilatie of luchtreiniging nodig is om het aantal virusdeeltjes in de lucht van het voetbalstadion te verminderen. Wanneer er minder virusdeeltjes in de lucht aanwezig zijn is de kans op verspreiding en ziekte veel kleiner. Minder ziekte kan leiden tot minder zorgkosten. 

Video computersimulatie
Om een visueel beeld te creëren van deze computersimulatie is er een video gemaakt. Hierin wordt uitgelegd hoe ventilatie en luchtreiniging ervoor kan zorgen dat virusdeeltjes afgevoerd worden. Wil je de uitleg bekijken? Druk dan op de play button hiernaast.

Zorgdata en Nieuwe Behandelingen bij Hardnekkige Depressie

Het mentale gezondheid project

Het mentale gezondheid project houdt zich bezig met één van de meest voorkomende psychische aandoeningen: depressie. Ongeveer 19% van de mensen ontwikkelt ergens in hun leven een depressie, waarvan 20-30% van deze mensen niet herstelt na verschillende behandelstappen met antidepressiva. Dit zijn mensen die last hebben van hardnekkige depressie (HD). Voor HD zijn en worden verschillende nieuwe farmacologische behandelingen ontwikkeld, zoals Esketamine, Psilocybine en andere psychoactieve stoffen. 

Naast het aantonen van de effectiviteit in klinische studies, is meer onderzoek nodig om deze innovatieve geneesmiddelen binnen het huidige behandellandschap te positioneren. Dit project richt zich op het verbeteren van de positionering van nieuwe geneesmiddelen voor HD binnen het huidige behandellandschap. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van behandeluitkomsten, biologische parameters, en indicaties van functioneren binnen verschillende datasets.

Zorgdata

Routine zorggegevens van academische centra en de hoog specialistische GGZ worden doormiddel van geavanceerde methoden geïntegreerd en geanalyseerd om de voordelen en beperkingen van huidige behandelingen te evalueren. Daarnaast worden eerder verzamelde klinische trial data geanalyseerd. Hiermee wordt beoogd om patiëntkarakteristieken die voorspellend zijn voor behandeluitkomsten te identificeren en kunnen de onderliggende werkingsmechanismen van deze behandelingen in kaart worden gebracht. Deze resultaten zouden uiteindelijk kunnen leiden tot het gepersonaliseerd toewijzen van beschikbare behandelingen.

Dit project resulteert in belangrijke inzichten om de behandeling van HD te verbeteren. Dit zal uiteindelijk leiden in een afname in het aantal mensen die lijden aan een chronische depressie. Hierdoor zal de deelname aan de maatschappij verbeteren en het zorggebruik in Nederland verminderen. Deze impact sluit aan bij VWS-missie III die luidt: “In 2030 is van de mensen met een chronische ziekte of levenslange beperking het deel dat naar wens en vermogen kan meedoen in de samenleving met 25% toegenomen.” De hoge economische impact van depressie wordt daardoor aanzienlijk gereduceerd.

Hoge economische impact

LS@W Venture Challenge Doet Mee aan de
EEPA Competitie!

De European Enterprise Promotion Awards (EEPA Awards) is een jaarlijks initiatief van de Europese Commissie om organisaties en initiatieven te erkennen die ondernemerschap op een boeiende manier bevorderen. De EEPA beloont degenen die ondernemerschap en kleine bedrijven op nationaal, regionaal en lokaal niveau bevorderen. Initiatieven uit alle EU-landen kunnen deelnemen aan de competitie die bestaat uit 6 categorieën, zoals het stimuleren van de ondernemersgeest, investeren in ondernemersvaardigheden en het verbeteren van het ondernemingsklimaat.

Dit jaar doet de LS@W Venture Challenge mee aan de EEPA 2022 competitie. In juni werd in de Nationale ronde, de eerste ronde van de competitie, de Venture Challenge aangekondigd als een van de 2 Nationale winnaars en vertegenwoordigers van Nederland in de EU-ronde; de tweede ronde in de competitie. In oktober ontvingen we het nieuws dat van de 200 kandidaten uit 26 landen de Venture Challenge de shortlist heeft gehaald en is geselecteerd als een van de 20 finalisten. De EU-winnaars in elk van de 6 categorieën worden op 29 november bekendgemaakt tijdens de MKB-vergadering 2022 in Praag, Tsjechië.

Thematische Calls

In 2022 worden verschillende thematische calls gepubliceerd waarop u projectaanvragen kan indienen, zoals de PPS-toeslag (Match Call), Meedoen op de Arbeidsmarkt, Veilige en Gezonde Voeding en Voedselsystemen en Vraaggedreven Partnerschappen voor Consortia 2022-2023. Klik hieronder in de lijst voor meer informatie over deze calls.