Hoofdstuk 1
PUBLIEK-PRIVATE PARTNERSCHAPPEN

De Weg van Innovatie naar de Zorg

INTERVIEW 

met Carmen van Vilsteren &
Kees van der Klauw



Het Eindhoven MedTech Innovation Center (e/MTIC) creëert een snel traject voor onderzoek, ontwikkeling en implementatie van duurzame innovaties in de klinische praktijk. Om te innoveren is creativiteit en vakkennis nodig. Binnen e/MTIC combineren publieke en private partijen deze aspecten waarmee het ecosysteem kan groeien. In dit duo-interview vertellen Carmen van Vilsteren, directeur van e/MTIC en Kees van der Klauw, ecosysteem manager van e/MTIC meer over de unieke rol van dit Publiek-Private Partnerschap. 

Van Vilsteren is naast haar rol als directeur van e/MTIC ook boegbeeld van de Topsector Life Sciences & Health. Van der Klauw voert ook een rol uit als manager van de Nederlandse AI Coalitie.  

PPP e/MTIC 

Officieel werd e/MTIC in 2018 opgericht, maar drie jaar eerder werden al de eerste gezamenlijke stappen gezet. Nadat de waarde en het belang van continuering van deze samenwerking duidelijk werd, volgde in 2018 de officiële start van het Publiek Private Partnerschap (PPP) e/MTIC. Binnen dit regionale Publiek-Private Partnerschap (PPP) werkt de

Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), Philips en de drie topklinische ziekenhuizen in de regio, Catharina Ziekenhuis, Maxima Ziekenhuis en Kempenhaeghe Centrum voor Slaapgeneeskunde, samen aan drie strategische onderwerpen waarin zij in excelleren: cardiovasculair, perinataal en slaap. Bij dit PPP zijn momenteel meer dan honderd professionals uit het bedrijfsleven, promovendi en professoren betrokken. 

+100

professionals betrokken

Publiek én privaat

Van Vilsteren vertelt enthousiast over de samenwerking met Philips binnen e/MTIC. Een opvallend verschijnsel is dat de overheid en wetenschappers nog geregeld “huiverig zijn om de uitgestoken hand aan te nemen” van bedrijven in bijvoorbeeld de medische technologie en de farmaceutische industrie, zegt Van Vilsteren. Als directeur van e/MTIC krijgt zij wel eens een dergelijke vraag: ‘Vind je het niet jammer dat Philips het eerste recht heeft op eventuele patenten?’ Voor Van Vilsteren is er maar een antwoord op deze vraag mogelijk en dat is ‘Nee’. “Ik ben juist blij dat Philips investeert in e/MTIC. Philips is namelijk op bepaalde terreinen wereldwijd marktleider. Bijvoorbeeld op het gebied van cardiovasculaire technologieën. 

Dus als ik als onderzoeker iets bedenk en Philips neemt dat conform de regels als product over, dan zal straks misschien wel de helft van de cardiologiepatiënten wereldwijd profijt hebben van deze samenwerking, zegt Van Vilsteren. “Wat wil je nog meer?” Zij voegt hieraan toe: “Dit soort stappen maken lukt alleen wanneer publiek én privaat betrokken is.”  Om innovatie bij de patiënt te brengen, moet je ook dicht bij de patiënt staan. Om die reden werkt het e/MTIC samen met topklinische ziekenhuizen. Op deze locaties zijn veel patiënten aanwezig. “Als je kijkt naar waar de meeste cardiologie patiënten in Nederland behandeld worden, dan is dat in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein en het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven,” vertelt Van Vilsteren. “De samenwerking met patiënten uit het Catharina Ziekenhuis maakt het mogelijk dat wij de cardiovasculaire zorg door kunnen blijven ontwikkelen.”

Een uniek partnerschap

Het unieke aspect van dit partnerschap is de langdurige samenwerking zonder einddatum. e/MTIC heeft strategische roadmaps waarin de lange termijn doelstellingen staan. “Elk jaar wordt de duur van de samenwerking verlengd en starten er nieuwe projecten die passen binnen deze roadmaps”, vertelt Van Vilsteren. Hierbij wordt altijd de behoefte van de patiënt en arts meegenomen door de betrokken bedrijven en onderzoekers. Daarnaast wordt er ook gekeken of er wel een partij is die uiteindelijk de innovatie naar de markt kan brengen. “Ons motto is ‘Fast track to clinical innovation’, wij doen geen research om de research”, benadrukt Van Vilsteren. “Innovaties kunnen alleen bij de patiënt komen doordat een bedrijf ze naar de markt brengt,” voegt Van Vilsteren toe.

“Een ander uniek aspect is de excellentie en nabijheid van de partners, wat ook wetenschappelijk wordt aangeduid als een succescombinatie”, vertelt Van Vilsteren. Van der Klauw voegt hieraan toe: “Het samenwerkingsverband heeft een hoog commitment van alle partners. Er is een gezamenlijke doelstelling, maar elke partner heeft ook zijn eigen doelstellingen. Hierdoor blijven alle partners gedreven om zich in te zetten voor e/MTIC.” 

Systematische benadering, mindset en data

Van der Klauw legt uit dat er drie belangrijke aspecten zijn om klinische innovatie sneller te laten verlopen: een systematische benadering, mindset en datadeling. “Onze roadmaps en daily managementteams voor de verschillende applicatiedomeinen cardiovascular, perinatal en slaap zorgen voor een systematische benadering in hun onderzoek en innovatie. Dit is één van die succesformules.”  Bovendien is mindset een belangrijke factor. Van der Klauw vertelt dat er op het allerhoogste bestuursniveau commitment nodig is om dit samenwerkingsverband te ondersteunen.

Maar ook de individuele deelnemer in het consortium zal in het succes van e/MTIC moeten geloven om het te kunnen laten werken.  Als laatste benoemt Van der Klauw dat het delen van data onder strikte condities uit verschillende disciplines voor cross-over analyses hele nieuwe kennis tot stand brengt. Zo zijn er eerder interessante associaties gevonden tussen bepaalde slaapproblemen en hartritmestoornissen. 

Innovatie ondersteuning 

Een mooie ontwikkeling van e/MTIC in de afgelopen jaren is de technologie achter remote patiënt monitoring. De Health Dot bevat een draagbare sensor waarmee zorgverleners niet alleen patiënten in het ziekenhuis, maar ook thuis en op andere plekken kunnen bewaken. Deze innovatie draagt bij aan missie II, opgesteld door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS): In 2030 wordt zorg 50% meer (of vaker) in de eigen leefomgeving (in plaats van in zorginstellingen) georganiseerd, samen met de mensen zelf alsook het netwerk rond mensen. 

Topsector Life Sciences & Health (Health~Holland) maakt zich als coördinator van de uitvoering van het missiegedrevenbeleid van het Maatschappelijk thema Gezondheid & Zorg samen met publieke en private partijen hard voor de economische kansen. Dit doet de Topsector samen met de vele publieke en private coalitiepartners van dit maatschappelijk thema aan de hand van de (in totaal) vijf Gezondheid & Zorg-missies, zoals opgesteld door het ministerie van VWS.  

Internationale footprint

e/MTIC laat zien hoe krachtig de impact van dit publiek-private partnerschap is. Niet alleen brengt dit unieke kansen mee voor de Brainport-regio in termen van bedrijvigheid en werkgelegenheid, maar ook leidt het in samenhang met andere PPP’s tot nationale activiteiten, met als gevolg een internationale footprint. Hiermee draagt uiteindelijk dit regionale PPP bij aan het realiseren van de centrale VWS-missie: In 2040 leven alle Nederlanders tenminste vijf jaar langer in goede gezondheid, en zijn de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaaleconomische groepen met 30% afgenomen. 

Check@Home: Chronische Aandoeningen Vroegtijdig Opsporen

NWO heeft begin februari 2022 het publiek-private onderzoeksproject Check@Home 3,8 miljoen euro toegekend. Check@Home is een grootschalig thuisonderzoek om hart- en vaatziekten, chronische nierschade en diabetes type 2 in een vroeg stadium te kunnen opsporen en behandelen. Het onderzoek draagt direct bij aan missie II en III van het Maatschappelijk Thema Gezondheid & Zorg. Missie II luidt: In 2030 wordt zorg 50% meer (of vaker) in de eigen leefomgeving (in plaats van in zorginstellingen) georganiseerd, samen met het netwerk rond mensen. 

Daarnaast  wil VWS via Missie III dat in 2030 de mensen met een chronische ziekte of levenslange beperking het deel dat naar wens en vermogen kan meedoen in de samenleving met 25% is toegenomen. 

Check@Home wil de eerdergenoemde aandoeningen bij mensen in een vroeg stadium opsporen via voornamelijk thuistesten. 

Het project Check@Home mikt op een bevolkingsonderzoek waarbij iedereen in Nederland tussen de 50 en 75 jaar zelf thuis kan testen of ze mogelijk deze aandoeningen hebben. Dat kan onder meer door smartphone-sensors en speciaal ontworpen apps in te zetten, bijvoorbeeld om hartfuncties te controleren. 

Aanpak voor vroege opsporing

In Nederland bestaat momenteel geen nationale en laagdrempelige aanpak voor vroege opsporing van hart- en vaatziekten, chronische nierschade diabetes type 2. Het is essentieel om deze ziekten in een vroeg stadium te ontdekken, om de kans op ernstige complicaties als nierfalen, beroerte, hartinfarct, of hartfalen te voorkomen. Een vroege opsporing van de – risico’s op deze -  aandoeningen kan veel gezondheidsschade voorkomen en wellicht ook de gezondheidszorgkosten verlagen.

Het totale budget van het Check@Home project is 8,9 miljoen euro, en is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en financiële bijdragen van de Hartstichting, Nierstichting, Diabetes Fonds en verschillende private partners zoals, Luscii en Happitech, AstraZeneca, Roche Diagnostics en Siemens Healthineers. Check@Home is een initiatief van de  Dutch CardioVascular Alliance (DCVA) in samenwerking met de  Hartstichting, de  Nierstichting  en het  Diabetes Fonds. 

Meer weten over dit consortium? Lees het hier

Een Nationaal Onderzoeksproject Managen

Anne  Dreves aan het woord

Spin in het web

“Binnen ABOARD werken vijf onderzoeksgroepen aan diverse thema’s: (1) diagnostiek, (2) predictie, (3) preventie, (4) patiënt-geregisseerde zorg, en (5) de communicatie, disseminatie en implementatie van onze onderzoeksresultaten. Het is mijn taak om de algemene voortgang van het project te bewaken. Dat betekent dat ik goed contact onderhoud met onze vijf onderzoeksgroepen, zodat ik weet wat er speelt. Ik houd in het vizier of zij hun projectdoelen behalen. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor het financieel management van het projectbudget, houd ik mij bezig met wetenschapscommunicatie over onderzoeksactiviteiten en –resultaten. Ook ben ik medeverantwoordelijke voor de organisatie van het Junior Scientist Training Program, organiseer ik halfjaarlijkse bijeenkomsten voor het gehele consortium, ben ik medeverantwoordelijk voor rapportages aan onze subsidiegevers en co-financiers, en onderhoud ik het contact met alle projectpartners. En dat laatste is erg belangrijk.” 

 

Publiek-private samenwerking

ABOARD is een publiek-privaat project. Het project bestaat uit een groot aantal partners, die daarnaast verschillende achtergronden hebben. Ik investeer veel tijd in het persoonlijk contact met alle projectpartners. Rondom de start van ABOARD, in april 2021, lag mijn voornaamste focus op het leren kennen van de partners en het uitspreken van elkaars verwachtingen over onze samenwerking binnen het project. Nu, anderhalf jaar later, focus ik ook op het identificeren van nieuwe mogelijkheden en het ophalen van ideeën om onze samenwerkingen verder te versterken. 

Hiernaast is het voor mij van belang om goed op de hoogte te zijn van actuele (onderzoeks-)taken en andere activiteiten binnen de organisaties, zodat ik goed kan functioneren als spin in het web tussen de onderzoekers en projectpartners. Zo kunnen we de samenwerking optimaal benutten. We zien al dat dit leidt tot wederkerigheid en kruisbestuiving tussen projectpartners. Hiermee heeft ABOARD ook een vliegwielfunctie voor nieuwe samenwerkingen.

Benieuwd naar het hele artikel waarin Anne Dreves verder op dit Publiek-Private Partnerschap ingaat, de uitdagingen aankaart en de gezamenlijke reis naar de stip op de horizon uitlicht? Klik dan hier voor het hele artikel. 

Met vele publieke en private partijen werkt Nederland aan de vierde VWS-missie: Het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen met dementie. ABOARD speelt een belangrijke rol in het behalen van deze missie. Wil je meer weten over ABOARD? Lees het hier op onze  website! 

Grootste krachtenbundeling in dementieonderzoek!

Binnen het Onderzoeksprogramma Dementie hebben partijen in het dementieveld de krachten gebundeld. ZonMw honoreert vier multidisciplinaire onderzoeks-consortia. Zij zoeken antwoord op vragen als: hoe kunnen we dementie voorkomen en hoe verbeteren we de kwaliteit van leven voor mensen met dementie? Partijen binnen het dementieveld bundelen de krachten: de consortia zijn multidisciplinair en ook onderwijsinstituten, zorgverleners, ervaringsdeskundigen en bedrijfsleven maken er deel van uit. Via het onderwijs bereikt nieuwe kennis snel de werkvloer.

De consortia hebben elk een eigen thema: fundamenteel onderzoek, risicoreductie, diagnostiek en prognostiek en jonge mensen met dementie. Ze gaan nog voor het einde van het jaar van start. Een vijfde consortiumaanvraag is nog in behandeling. Lees het hele artikel op de website!

De onderzoeken dragen bij aan het behalen van VWS-missie IV: In 2030 is de kwaliteit van leven van mensen met dementie met 25% toegenomen. Meer weten over deze missie en andere missies? Lees het hier.

Vier

onderzoeks-consortia gehonoreerd

Wat zeggen de professionals?

In de onderstaande 'carousel'  delen professionals vanuit verschillende invalshoeken meer over het belang van publiek-private partnerschappen- en samenwerkingen. Klik op de pijltjes om deze quotes te lezen!